‘Slachtoffers mogen niet vergeten worden’

Op vrijdag 5 mei a.s. viert Nederland zijn bevrijding; 78 jaar vrijheid na alle ellende van de Tweede Wereldoorlog. Eén dag vóór de viering herdenkt Nederland de slachtoffers van die waanzinnige oorlog, die wereldwijd tientallen miljoenen slachtoffers heeft gemaakt.

Eerder hebben wij in ‘De Oude PEN’ aandacht besteed aan de twee geallieerde militairen die sneuvelden tijdens de operatie Market Garden; korporaal Frederic Hooper en segeant-vlieger Tadeusz Jankowski die in Nieuwegein werden begraven. Onderstaand verhaal geeft u informatie over Nederlandse oorlogsslachtoffers uit de dorpen Jutphaas en Vreeswijk, opdat ook zij niet worden vergeten.

Onze stadsdichter Ton de Gruijter bracht in Coronatijd een bezoek aan het graf van Frederic Hooper op de Hervormde begraafplaats in Vreeswijk. Hij maakte dit gedicht.

De namen op het monument aan de Nedereindseweg
Hoewel zeker ook slachtoffers zijn gevallen in de tot 1954 tot Jutphaas behorende wijk Hoograven, zijn hun namen niet bekend. Er is enkele jaren geleden een onderzoek geweest toen de restauratie van het herdenkingsmonument aan de Nedereindseweg actueel was. Het zou onder meer gaan om de leden van een weggevoerd gezin van Joodse Nederlanders. Naar verluid zullen te zijner tijd hun namen wel worden vermeld op een herdenkingsplaat in het nieuw te bouwen gemeentehuis, evenals overigens de naam van nog een burgerslachtoffer uit Jutphaas en de naam van een Vreeswijks oorlogsslachtoffer. De slachtoffers van Wereldoorlog II in Jutphaas en Vreeswijk zullen in een beknopt overzicht worden vermeld met enige informatie over de wijze waarop zij om het leven zijn gekomen.

Slechts luttele dagen was Nederland bevrijd. In vrijwel alle dorpen en steden van het land waren de verslagen Duitse troepen nog aanwezig. Op die 7e mei bleek al vroeg in de morgen dat er iets broeide. Een inwoner vertelt dat hij ‘s-morgens in het centrum van het dorp was. Hij is snel naar huis gegaan en vertelt zijn vrouw: “Daar gebeuren vandaag ongelukken; leden van de Ondergrondse en Duitsers lopen elkaar in de weg. De stemming is explosief!”

Tegen de middag barst het geweld los. Een dronken Duitse officier die nabij Het Sluisje met z’n revolver zou hebben gedreigd, wordt door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (De Ondergrondse) neergeschoten. De Duitsers reageren furieus en ontketenen een ware mensenjacht om de dader(s) te kunnen pakken. Mensen worden bijeen gedreven op een schoolplein, anderen worden tot in woningen achtervolgd. Er wordt veel geschoten.

De schietpartij blijkt vijf mensen het leven te hebben gekost: twee leden van de Binnenlandse Strijdkrachten en drie burgers: Theo Hanselaar, verzetsman, geboren te Monster op 6 november 1918. Aart Kros, verzetsman, geboren te Dordrecht op 10 augustus 1916. Jan Streefkerk, geboren te Ridderkerk op 19 mei 1917. Frans Luiten, geboren op 30 juni 1909 in Wanddinxveen en Willem Spies, geboren in Utrecht op 28 juni 1907.

Bertus Kerkhof uit Jutphaas, geboren op 11 oktober 1919, is ‘voor zijn nummer’ in militaire dienst. Bij de IJssellinie raakt hij op 8 mei ernstig gewond. Hij overlijdt op 11 mei 1940 in een ziekenhuis in Zutphen.

Thijmen van Genderen is op 14 oktober 1920 geboren in Jutphaas. Na de school voelt hij zich aangetrokken tot het zeemansleven. Hij komt als matroos te varen op het koopvaardijschip s.s. Sembilan. Dat schip wordt op 17 april 1943 door de Japanners in de Indische Oceaan z.o. Durban getorpedeerd door de Italiaanse onderzeeboot, de Leonardo da Vince. Thijmen is een van de slachtoffers en kreeg een zeemansgraf. Het schip vervoerde munitie.

In de Cronyck van oktober 2004 is beschreven hoe de Mustang van sergeant-vlieger Tadeusz Jankowski is neergeschoten. De neerstortende jager treft de 8 jarige Jopie Hoveling uit Jutphaas, die met zijn vader op het land was.

In Vreeswijk wordt in 1943 tijdens een razzia Wim van Rossum (geboren op 13 september 1911 in Vreeswijk), opgepakt. Hij wordt met vele anderen op transport gesteld naar Duitsland en in Frankfurt a/d Oder als dwangarbeider te werk gesteld. Tijdens een bombardement, vermoedelijk in maart 1945, wordt hij dodelijk getroffen. De familie wordt daarover geïnformeerd op 21 augustus 1945. Deze datum wordt als overlijdensdatum genoemd op de grafsteen op het Barbarakerkhof in Vreeswijk. Op 18 juli 1951 wordt zijn stoffelijk overschot vanuit Duitsland overgebracht naar Vreeswijk, waar het wordt opgebaard in de Barbarakerk. Op 19 juli 1951 is de plechtige uitvaart en de herbegrafenis.

Johan van Ee, geboren op 15 oktober 1906 in Woerden, wordt in 1943 bij een razzia in Jutphaas opgepakt. Hij belandt in het kamp Husum-Schwesing (Duits; Konzentrationslager Husum-Schwesing) was tijdens de Tweede Wereldoorlog een buitenkamp van het concentratiekamp Neuengamme. Het heeft bestaan van september t/m november 1944. Tijdens het bestaan van het kamp zijn daar tussen de 300 en 500 gevangenen gestorven, vooral door uitputting. In het slachtofferregister van de Tweede Wereldoorlog staat t.a.v. de heer Van Ee Neugengamme als overlijdensplaats aangegeven met een aantekening dat het overlijden heeft plaatsgevonden in het ‘bijkamp’ Husum-Schwesing. Johan van Ee komt op 27 november 1944 komt te overlijden. Hij is herbegraven op het kerkhof op het Kerkveld in Jutphaas.

Veelvuldig worden door de geallieerden doelen in Jutphaas en Vreeswijk aangevallen, met name sluizen, bruggen en het fort Jutphaas. Op 6 september 1944, de dolle dinsdag, wordt de Jutphase Noordersluis gebombardeerd. De 19 jarige Rieneke Nichting, dochter van de sluiswachter, raakt ernstig gewond door granaatscherven en overlijdt enkele uren na de aanval.

Dertien doden zijn gevallen in de kleine dorpen Jutphaas en Vreeswijk tijdens Wereldoorlog II; 11 Nederlanders en 2 geallieerde militairen. Slachtoffers die gevallen zijn aan de zijde van de bezetter zijn niet genoemd. Er zijn geen namen en aantallen bekend; overweldigers worden niet herdacht!

De driesprong Dorpsstraat/Herenstraat/Sluisje in Jutphaas rond 1945

Achtergrond informatie schietincident Jutphaas, 7 mei 1945
Het incident vond plaats op 7 mei 1945, in de morgenuren (vermoedelijk omstreeks 11.00 uur) op de driesprong Dorpsstraat/Herenstraat/Sluisje te Jutphaas. Er vielen vijf Nederlandse slachtoffers:

  • leden van de Binnenlandse Strijdkrachten Th. Hanselaar en A. Kros.
  • Burger-slachtoffers F.A. Luiten, W. Spies en J. Streefkerk.
  • Ook een Duitse militair kwam om.

Op 9 februari 2010 heeft de Historische Kring Nieuwegein gesproken met mevrouw M. Somer (* 22-02-1927), Wijnsteijnstraat 38 te Nieuwegein. Mevrouw Somer was door een ambtenaar van de gemeente Jutphaas (W.J.F. van der Kuijlen) ‘aangewezen’ om als dienstbode werkzaamheden te verrichten in het kantoor van de Ortskommandantur, dat was gevestigd in een ruimte van hotel-café-restaurant ‘De Roskam’ (Eigenaar/beheerder destijds was de heer Scheffers ??) aan de Dorpsstraat te Jutphaas, thans bekend als het kraakpand Herenstraat 39. Zij werkte er enkele maanden van 1943 tot de lente van 1945. Achter “De Roskam” met de ingang aan de steeg (zonder naam) die zuidelijk van het café was en is, had Piet Hornsveld een garagebedrijf annex taxionderneming. In zijn ruimten waren Duitse soldaten ingekwartierd.

Ten tijde van het schietincident bevond mevrouw Somer zich in de Jutphase Molensteeg, ongeveer 75 meter ten zuiden van de plaats waar het incident begon (Thans bekend als liggend tussen de panden Herenstraat 29 en 31).

Feiten over het schietincident
De soldaat, een grote kerel, had zijn motor neergezet tegen het gietijzeren hek zuidelijk van de Rijnhuizerbrug. Hij zelf liep nabij het Sluisje midden op de Herenstraat. Hij had de stap van iemand die teveel heeft gedronken. Hij had een geweer, dat hij eerst aan een band op de rug had gedragen, in de hand genomen en maakte aanstalten het door te laden.
Er klonk een schot.

Noot: Deze lezing onderschrijft in feite het verhaal dat de Duitse militair eerder was gestopt op dat punt en toen de feestvierende inwoners had opgedragen het wegenknooppunt te verlaten. Vervolgens zou hij zijn weggereden in zuidelijke richting. Later keerde hij terug, waarna het schietincident zich voordeed.

Nog meer
Er wordt steeds gezegd, dat na het eerste schot Duitse soldaten van over de Rijnhuizerbrug (van het fort Jutphaas en kasteel Rijnhuizen) in grote aantallen kwamen aangerend om de BS-ers te achtervolgen. Dat is absoluut onjuist. De wraakactie werd geleid door mijn vroegere ‘baas’, de Ortskommandant. Onder het roepen van “Zu den Waffen” commandeerde hij Duitse soldaten op hem vanuit zijn bureau aan de Dorpsstraat te volgen om wraak te nemen. Zij renden vlak langs mij heen en die commandant keek mij met grote, woeste ogen doordringend aan.

Noot: De wraakactie is dus niet uitgevoerd door de SS-afdeling die op het fort Jutphaas verbleef en waarvan enkele officieren waren ingekwartierd in kasteel Rijnhuizen. Voor verder onderzoek in Duitse archieven is dit belangrijk.

Slachtoffers
F.A. Luiten; getroffen door een ‘verdwaalde’ kogel in het bovenbeen. Wist nog te vluchten naar de steeg dat toen lag tussen de panden Herenstraat 3 en 4. Bezweek aan bloedverlies als gevolg van de opgelopen slagaderlijke bloeding.

Th. Hanselaar; de verzetsman die tezamen met Ries van den Brink het BS commando vormde, dat de Duitse soldaat moest ontwapenen/neerschieten??, was op zijn vlucht voor de Duitsers het gemeentehuis in gevlucht. Bij een sprong uit een raam, raakte hij gewond aan een voet en kon niet verder. Hij wist het pand Herenstraat 8 in te komen en verborg zich daar in een kast. Toen hij werd ontdekt, werd de kast doorzeefd met kogels

  • A. Kros zag kans aan de achterzijde het gemeentehuis uit te vluchten, maar werd op zijn vlucht neergeschoten
  • W. Spies; vluchtte vanaf het Sluisje de weilanden in noordelijk van de Nedereindseweg en werd daar neergeschoten
  • J. Streefkerk; als W. Spies

Conclusies
– Het punt ‘feiten’ is een bevestiging van andere lezingen.
– De functie van de commandant die de wraakactie leidde, is nieuwe info.
– Ook mevrouw Somer spreekt van veel feestvierende mensen met daartussen (te) prominent aanwezig de gewapende leden van de BS. Zij spreekt niet van een ‘geladen sfeer’ waarover anderen spreken: Zijzelf zegt dat toen niet zó ervaren te hebben.


One thought on “‘Slachtoffers mogen niet vergeten worden’

  1. Dick de Bruijne

    Beste redactie,
    In het stuk: “Slachtoffers mogen niet vergeten worden” staat dat Jopie Hoveling op 9 jarige leeftijd om het leven is gekomen door een neergestort militair vliegtuig.
    Zijn grafsteen vermeldt echter dat dit op 8 jarige leeftijd is gebeurd.
    Ben nog even wezen kijken op de RK begraafplaats van Jutphaas.
    Ik vermoed dat de grafsteen correct is.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk